Vorige week zocht ik een foto van mijn moeder en kwam ik deze foto van mijzelf als tiener tegen. Op het eerste gezicht een vrolijke foto en we hadden ook wel daadwerkelijk lol, maar het mechanisme dat er onder deze foto zat, was minder rooskleurig. Dit deed ik namelijk heel vaak: mensen aan het lachen maken. Al van jongs af aan. Nu was ik ook een vrolijk kind, maar zelfs als ik dat niet was, als er geen enkele reden toe was, probeerde ik het vaak nog te doen: anderen aan het lachen maken om hun donker wat lichter te maken.
Geforceerd licht
De afgelopen jaren, toen het soms zo donker om ons heen was, zag ik dat ik het nog steeds of opnieuw deed: Mijn licht verspreiden omdat anderen in het donker zaten. Niets mis mee, tenzij dat licht een beetje geforceerd is en dat was het soms wel. Net als vroeger. Ik wilde altijd sterk zijn, dingen oplossen, mensen helpen. Dus steunde ik het meisje met zelfmoordgedachten in mijn klas toen het om mij heen ook erg donker was. Maakte ik grapjes als ik er zelf bijna aan onderdoor ging. Trok gekke bekken om een rotvakantie wat vrolijker te maken.
Ontkenning
Begrijp me niet verkeerd: Ik ben enorm dankbaar voor mijn kracht en voor het licht dat ik ook in me heb. Maar lang ontkende ik daardoor het donker. De boosheid die ik ook kan voelen (waardoor ik soms juist ontzettend ontplofte). Het verdriet dat soms sluimert en af en toe ineens opkomt. Wuif ik het nog steeds soms weg als mensen zeggen dat het heel wat is om geen ouders meer te hebben (want ik was toch volwassen toen ik ze verloor?). En probeerde ik tot voor kort in sneltreinvaart terug te komen bij mijn licht als het donker zich aandiende, om anderen maar weer wat vrolijker te maken.
Ook het donker mag er zijn
Maar wat ik mocht leren zien en jij misschien ook, is dat het donker er ook mag zijn. Dat wegpoetsen of geforceerd terugkomen bij je licht ook averechts kan werken. Weggestopte boosheid wordt wrok of woede. Weggestopte tranen zetten zich vast in je lichaam, met mogelijk allerlei lichamelijke klachten als resultaat. Ooit zei een psycholoog na een schietincident in Amerika: Boys who don’t cry tears, cry bullets. Het zou nog tientallen jaren duren voor ik zelf jongens kreeg, maar ik voelde hem toen al. En waar het bij jongens en mannen naar buiten kan keren, keert het bij vrouwen vaak naar binnen. Anders, maar niet minder destructief.
Valkuil én superkracht
Maar ik schreef ook dat die Little Miss Sunshine een superkracht is. Dat klopt namelijk ook. Want ik ben heel vaak wél die vrolijke tante. Ik lach nog steeds – meestal – vaak en hard. Ik trek nog steeds om de haverklap gekke bekken (gaat vanzelf). Ik ben nog steeds een enthousiasteling. En daarmee trek ik vaak mensen mee. Trek ik ze soms zelfs uit de put, of zorg dat ze actie ondernemen waar ze vast waren gelopen.
Zo hebben vaak onze ‘eigen-aardigheden’ een voordeel en een nadeel, een superkracht en een valkuil. Heb jij ook zo’n eigen-aardigheid?