Ik zie het ineens op de foto: Blijdschap. Ik zie: Dit past bij mij. Dit is zo’n belangrijk deel van mij. Ik voel het als ik naast een deelneemster van een workshop of bij mijn groepstraject ga zitten, of iemand in mijn online traject help via Zoom, als ik haar nét die tip geef die ze nodig heeft. Of als ik zie dat ze haar waarde gaat zien. Hier word ik gelukkig van! En, zoals het Universum, of hoe je het ook wil noemen, dan werkt: Ineens lees ik dat iemand zegt dat ze ‘teachen’ zo fijn vindt. Ineens lees ik in een reactie aan iemand mijn eigen woorden: ik was vroeger lerares Engels… En ik besef hoe lang de teacher in mij er niet mocht zijn, het Engels klinkt voor mij fijner, het Nederlands heeft nog steeds lading, merk ik.
Mijn gevoel van falen
Want de lerares in mij, die faalde, zo heb ik bijna 14 jaar geleden besloten. Want die viel uit, kreeg een burn-out, stelde haar leerlingen teleur. Want die leerlingen, die vond ik altijd wél leuk. Ik was een goede lerares én een slechte. Goed omdat alles er mocht zijn in mijn klas. Dat is ook waarom juist bij mij er gehuild werd. Er juist bij mij briefjes opdoken van leerlingen die het niet meer zagen zitten. Er juist bij mij gesprekken naar voren kwamen die niets met Engels te maken hadden. En dat was ook gelijk waardoor ik, in de ogen van sommigen, niet goed genoeg was: Als er van alles mag zijn, is er soms te weinig ruimte voor wat moet. Hoewel ik prima door mijn lesprogramma heen kwam, deed ik het vaak wat anders. Bovendien was ik een slechte lerares door hoe ik er zelf mee omging. Ik stond altijd aan, werkte veel te veel en kwam niet los van situaties, van leerlingen die dachten aan suïcide, of die anorexia hadden, of zichzelf sneden… Dus werd het me te veel, kwam ik in een burn-out en ging ik de teacher in mij ontkennen. Alsof ze er nooit was geweest.
Niemand is dom
Ik ben eraan toe om haar weer te omarmen, de lerares in mij. Juist ook in wat ik nu doe. Niet om te gaan lopen ‘juffen’ tegen mijn klanten, ik zou niet durven! Maar om de kwaliteiten die ik als lerares had. Soms kwam er een leerling naar me toe, die na een dikke onvoldoende zei: “Ik ben dom.” Dat was het grootste taboe in mijn klas. Ik vertelde ze, keer op keer, niemand is dom. Ik stelde vragen over waar ze wel goed in waren, tot ze snapten dat Engels maar een klein stukje was en dat ze daar dan misschien niet zo goed in waren, maar ook in zo veel dingen wel! Iedereen heeft talenten wist ik en vertelde ik ze, zoals ik nu ook weet dat iedereen kan schrijven. Iedereen heeft daar zo zijn eigen unieke gift in, die juist de moeite waard is.
Iedereen mag zichzelf zijn
Ik kan me het moment nog steeds voor de geest halen: Er ging een briefje door de klas, iedereen die het zag giechelde, schreef er iets op en gaf het door. Tot het bij een jongen kwam, laten we hem Maarten noemen. Maarten las het briefje, viel stil en staarde naar zijn tafel. Ik vroeg hem om het briefje, hij schudde zachtjes zijn hoofd. Ik eiste het briefje toch te zien en Maarten gaf het aan mij, nog steeds naar zijn tafel starend. Ik las: Maarten is…. met daaronder enkel beledigingen, enkel lelijke woorden, eindigend met ‘een domme, dyslectische boer’. Het was alsof iemand een vuist om mijn hart sloot en tegelijkertijd een enorm vuur in me aanwakkerde. Ik was, ook als lerares, nogal een kwebbelkous, maar nu werd ik stil. Heel stil. De leerlingen voelden het verschil, voelden de verandering in mij. Ik keek iedere leerling afzonderlijk aan en begon heel rustig te praten. Je kon een speld horen vallen in wat normaal een drukke, niet makkelijke klas was. Ik weet niet meer wat ik gezegd heb, het was alsof ik recht uit mijn ziel sprak, maar ik kan me de gezichten nog herinneren, stuk voor stuk geraakt. Ze hebben niet meer veel gesproken die les en er is in mijn klas nooit meer zoiets gebeurd. Ik hoop dat het Maarten ook geholpen heeft, dat weet ik helaas niet, maar vanaf dat moment was wel duidelijk: Iedereen mag hier zichzelf zijn en zo gaan wij niet met elkaar om.
Kwaliteiten die ik nu mag zien
Jarenlang heb ik dus, door die lerares in mijzelf te ontkennen, ook deze talenten ontkend. Ik heb ontkend waarom ik anders ben dan anderen. Ik heb een stuk ontkend dat mij onderscheidt. Omdat ik ergens was gaan vinden dat dat stuk van mij niet oké was. Stiekem zette ik ze alweer in, deze talenten, maar ik riep nog dat ik niet wist waar ze vandaan kwamen, of ontkende zelfs dat ze er waren. Ik zie nu dus dat als ik de teacher in mij weer ga omarmen, deze talenten die ik had en heb, zich weer ten volle mogen laten zien. En dat geeft ruimte die ik niet onder woorden kan brengen. Het is alsof ik weer een stukje integreer dat ik weggemoffeld had. Dat ik een stukje van mezelf nu weer mag zien. En ook dát is zichtbaarheid: Alles wat er in je zit erkennen en omarmen, zodat jij, helemaal oké met jezelf, alle stukjes kunt laten zien. Want zolang jij stukjes van jezelf ontkent, zul jij nooit helemaal voluit kunnen staan voor jezelf en jezelf laten zien. Natuurlijk blijft het een proces en werk je met wat je op dat moment weet en kunt bevatten. Als je eraan toe bent, dient zich, net zoals bij mij, vanzelf weer een ander stukje aan om te omarmen en te laten zien.
Denk er voor jezelf eens over na: Welk stukje van jou mag er nog niet gezien worden, welk stukje ontken jij nog, terwijl er juist een kracht in zit die je goed kunt gebruiken? En wat kost het jou, dat je dat stuk nog verbergt?